Waar het pad ophoudt, kan ik links, aan de andere kant van het riviertje, het huis zien liggen. Voordat ik daarheen ga, om via het andere pad weer naar huis te lopen, wil ik eerst kijken wat er aan het einde van de vallei is. Hier houden de elanden zich schuil, en ik vraag me af waar ze zich schuilhouden.
Ze leven van gras, knabbelen aan bomen, en hebben water nodig, het liefst ook nog om in te baden. Dit vinden ze niet in de bergen en de vallei dat de vorm van een hoefijzer heeft, wordt aan 3 kanten omsloten door bergen. In de opening van het hoefijzer ligt de boerderij, en daarachter het dorpje Bessaker met de haven. Deze plek is de enigste plek waar ze kunnen zijn, en voorzichtig betreed ik hun domein.
De grond is er heel ongelijk, en het is er vreselijk drassig. Er staan bijzonder gevormde bomen, en de heide staat in bloei. Her en der liggen grote rotsblokken, en overal zie ik bergjes elandenkeutels. Wanneer ik afdwaal en een paar elandenpaadjes volg, die allemaal naar de rivier lopen, vraag ik me af hoeveel paar elandenogen me vanuit de bosjes bekijken, en ik krijg een ongemakkelijk gevoel bij de gedachte aan een eventuele ontmoeting. Ik draai me om.........
en loop terug naar de rivier, waar ik doorheen waad om bij het huis te komen. Als je er middenin staat, ziet het er heel anders uit dan vanaf de kant. Dit zien de koeien, en de elanden als ze water gaan drinken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten